Soms krijg je als ombudsman een zaak voorgelegd, waar je niet een, twee, drie weg mee weet. Een zaak, die keurig volgens de regels is behandeld, maar desondanks zó gruwelijk onrechtvaardig uitpakt, dat je niets beters weet te doen dan de Tweede Kamer in te schakelen.
Het echtpaar Tankink uit Hoofddorp heeft in 2008 een gezamenlijk inkomen van 20.674 euro en krijgt op basis daarvan een huurtoeslag van 270 euro per maand. Ook over 2009 komt de huurtoeslag op dat bedrag uit. De heer Tankink overlijdt op 16 mei 2009 en op dat moment wordt een nieuwe berekening gemaakt. Het inkomen van mevrouw Tankink van juli tot en met december van dat jaar wordt vastgesteld op 14.236 euro. Ze doet een nieuwe aanvraag huur- en zorgtoeslag en krijgt voor die maanden een huurtoeslag van 282 euro per maand. Daarna volgt het bericht dat ze de reeds ontvangen huurtoeslag over januari tot en met mei (totaal 1350 euro) moet terugbetalen.
Daar kan ik met mijn pet niet bij. Haar inkomenssituatie is nauwelijks veranderd. Ze krijgt ook na de dood van haar man een huurtoeslag van een ongeveer gelijk bedrag en toch moet ze de genoten toeslag over de eerste vijf maanden terugbetalen. Hoe kan dat?
Voor aan artikel met de bevindingen van een tocht langs veel betrokkenen lees de ombudspagina in deze krant van maandg 21 maart.
bron
Gepubliceerd op 21 maart 11, 10:34 Laatst bijgewerkt op 21 maart 11, 10:35