Rationeel is het niet, de vergelijking tussen de twee hoofdrolspelers van vandaag. Zie het eerder als een karakterschets van de Dacia Duster en de Mini Countryman. Het SUV-segment heeft de wind in zeilen. Zo kwamen we op het absurde idee om twee zeer verschillende modellen uit dit segment samen te brengen en na te gaan wat de Duster te bieden heeft voor tweederde van de prijs van de Countryman.
Presentatie
Laten we beginnen met de modernste van de twee, de Mini. Nu ja, ‘mini’ is de Countryman zeker niet want hij meet meer dan vier meter in de lengte en is 1,56 meter hoog. Vergelijk het met de jeugdvriendin die een voorliefde koestert voor gebakjes en door de jaren heen kilo’s is bijgekomen. De echte fans staan wat sceptisch tegenover de Countryman, maar uiteindelijk is hij nog altijd op en top trendy.
De Dacia Duster is dertig centimeter langer en totaal verschillend. Verwacht geen stilistische uitspattingen, het ontwerp is strak, eenvoudig en functioneel. De voorkant suggereert robuustheid, achteraan spreekt die voor zich. De Duster wordt tegen lage kosten gebouwd, maar ziet er toch modern uit en heeft mooie allures. Franjes ontbreken, maar misschien word je wel aangetrokken door deze rococostijl?
Vanbinnen
Aan boord klimmen van de Mini Countryman is zoals binnenstappen in een winkel met de nieuwste modeaccessoires. Kwalitatieve bekleding, alomtegenwoordige chroomaccenten, retrowijzerplaten en een speels infotainmentsysteem: het interieur is een knusse en trendy cocon. Helaas is het niet echt ruim en ziet de koffer er zelfs belachelijk klein uit. Moduleren kan dankzij neerklapbare achterzetels in twee delen, maar die operatie verloopt niet zo vlot.
In de Dacia is alles anders. De ruimte is royaal bemeten en de koffer gigantisch, maar de sfeer is zo rustiek mogelijk: helemaal niets van vrolijkheid, harde plastics, een voorbijgestreefde centrale console, doffe wijzerplaten en een boordcomputer uit de jaren tachtig.
Motoren
Eindelijk een punt van overeenkomst: zowel de Duster als Countryman wordt aangedreven door een diesel met ongeveer 110 pk.
We kozen voor een Countryman in de versie Cooper D, aangedreven door de 1.6 diesel van het huis met 112 pk en 270 Nm bij 1.750 tr/min. Gekoppeld aan een zesbak, vervult hij zijn taak in stilte en met veel brio. Even het rechterpedaal induwen en de respons volgt meteen, zonder haperen. De nieuwe motor is dus geslaagd, behalve op één punt: hij drinkt iets meer dan zijn voorganger. De officiële cijfers bevestigen dat, wij haalden een gemiddelde van 6,7 l/100 km.
De Dacia doet een beroep op een 1.5 dCi met 107 pk en 240 Nm bij 1.750 tr/min. Op papier lijkt de krachtbron minder pittig dan die van de Mini, maar de Duster heeft een groot voordeel: hij weegt 100 kg minder. Beide auto’s beschikken over een zesversnellingsbak. Het is moeilijk om het onderscheid te maken qua prestaties. Ook de Dacia is opmerkelijk soepel vanaf de laagste toerentallen. De besparingen moeten zich natuurlijk ergens laten voelen. De geluiddemping laat hierdoor steken vallen. De 1.5 dCi klettert als hij koud staat en blijft luidruchtig onder belasting. Wel verbruikt hij minder dan zijn Brits-Duitse rivaal: 6,2 l/100 km.
Weggedrag
Hier maken de twee concurrenten defnitief het verschil. De Countryman is bedoeld voor gladde wegen, bij voorkeur grote lanen, maar tovert ook een glimlach op het gezicht van de bestuurder die zich nog herinnert dat de eerste Mini ooit prijzen won in Monte Carlo. Kortom, de Countryman is levendig, wendbaar en precies. De besturing is nauwkeurig en leidt de wielen haarscherp. Verbazingwekkend. Laat je evenwel niet verleiden tot hobbelige wegen want daar verliest de Countryman van zijn pluimen, de fout van de schokdemping die slecht overweg kan met oneffenheden.
De Dacia werd ontworpen om de moeilijkste wegen uit het oosten te overwinnen. Dit is niet de juiste auto om deel te nemen aan de Monte Carlo, wel om door het achterliggende veld te rijden. De veerwegen zijn erg lang en de grootste putten in onze wegen worden zonder tegenstribbelen uitgevlakt. Precies het tegengestelde van de Mini. De Dacia is goed gedempt en vrij dynamisch maar je mag het tempo niet te hoog leggen, dat kan de vooras niet aan. Sportief rijden is dus niet zijn roeping, maar het weggedrag van de Duster is gezond doeltreffend en staat vrij van kritiek.
Comfort
De gladde wegen in het land van herkomst van de Mini hebben nauwelijks last van spoorvorming. In België blinken de wegen niet bepaald uit door hun uitstekende staat. Gevolg: de auto kreunt, de zetels piepen, de ophanging vangt putten droog op en de rijgeluiden zijn duidelijk aanwezig. Gelukkig steunen de zetels goed en is de rijpositie uitstekend. Je kunt heel dicht bij de vloer zitten waardoor je de sensaties van het onderstel voelt. De ergonomie van het infotainmentsysteem lijkt zeer sterk op de iDrive van moederhuis BMW. Het is niet vanzelfsprekend om hierin de weg te vinden.
In het interieur van de Dacia beperkt het infotainmentsysteem zich tot een radio die je zou verwachten in een Citroën Saxo. Veel kritiek kunnen we er niet op geven want hij heeft weinig om het lijf. In het algemeen is de ergonomie niet al te best. Zo staan de knoppen van de elektrische ruitenheffers en centrale vergrendeling helemaal onderaan de middenconsole. Voor de rest kun je zoals gewoonlijk de vorige alinea gewoon omdraaien: de rijpositie heeft veel weg van een bestelwagen en het stuur is niet regelbaar in de diepte, maar het dempingcomfort verdient niets dan lof. De geluiddemping van de motor is echter niet geweldig. Eens op de autosnelweg is de Duster wel verrassend stil.
Prijs en uitrusting
Dit is te gek voor woorden. Voor de Mini Countryman Cooper D mag je een envelop met minstens 24.350 euro bovenhalen. Voor de Duster dCi 107 pk beginnen de prijzen bij 15.100 euro in de afwerking Ambiance. Er zijn nog twee duurdere niveaus. De duurste versie is de Prestige (sic) voor 17.300 euro, nog altijd een verschil van maar liefst 7.000 euro met de Countryman. Bij Dacia krijg je voor die prijs bovendien leder (dat er uitziet als kunststof, dat moeten we toegeven), lichtmetalen velgen, dakrails met satijnen afwerking, mistlampen, manuele klimaatregeling, een radio met mp3-functie en stuurwielbediening, een garantie van drie jaar, enzovoort. Je hoeft niet per se de Prestige te kiezen, de Lauréate (16.100 euro) is al voldoende uitgerust. Een nadeel: ESP is alleen tegen meerprijs beschikbaar.
Hoewel de Mini meer dan 24.000 euro kost, staat bijna alle uitrusting op de optielijst. Klimaatregeling, lichtmetalen velgen en ESP zijn standaard, maar voor de rest moet je opties aankruisen. En een Mini zonder opties verliest meteen veel aantrekkingskracht en waarde. De lijst met opties is ellenlang.
Tot slot geven nog mee dat beide modellen beschikbaar zijn met voor- of vierwielaandrijving.
Conclusie
Voor de prijs van de Mini koop je de Duster met alle opties en nog een kleine stadswagen, maar er zullen niet veel potentiële kopers twijfelen tussen deze twee auto’s. Ze zijn als water en vuur: de ene is rustiek maar functioneel, de andere heel sexy en minder praktisch. Het weggedrag van de Duster en Countryman is precies het tegenovergestelde. Terwijl de kloof van 10.000 euro objectief niet te rechtvaardigen lijkt, valt er toch iets voor te zeggen. De Mini biedt een rafinnement en levensvreugde die onmiddellijk bekoren. Noem het de geest van het merk. Het slaat aan of je vindt het helemaal niets, dat is puur subjectief.
De Dacia bevestigt in deze test al het goede wat we ervan verwacht hadden: hij vervult zijn taak prima en is in staat om je mee te nemen over de hele wereld, zelfs in de slechtste omstandigheden. Je krijgt waar voor jouw geld. De niet onaardige look is de kers op de taart. Absoluut geslaagd.
bron