Londen loopt leeg. Eerder vluchtten al de bankiers, de verzekeraars en de hedgefundmanagers uit de City, nu is het de beurt aan de multinationals en oliehandelaren.
‘Wil de laatste hedgefundmanager die Londen verlaat er het licht uitdoen?’ In de Londense City is het de afgelopen tijd een veel gemaakte grap. Maar dan wel één met een flinke kern van waarheid.
‘De trend is minder Londen en meer Genève’, zei deze week de baas van een van ‘s werelds grote oliehandelshuizen tegen zakenkrant Financial Times. De olietopman wees op de recente aankondiging van Trafigura, de grootste oliehandelaar ter wereld, dat een kwart van zijn Londense handelaren naar het Zwitserse Genève gaat verplaatsen.
En ze zijn niet de enigen. Eerder maakte ook al ’s werelds grootste energiehandelaar, Vitol, bekend een groot deel van zijn Europese team dat handelt in gas en elektriciteit, naar het Alpenland te verhuizen. En met alle andere nieuwkomers zal de Zwitserse stad volgens experts Londen snel van zijn troon stoten als nummer één in de Europese oliehandel.
Weggetrokken
En de oliejongens zijn zeker niet de enigen die Londen vaarwel zeggen. De consultants van McKinsey namen Londen als financieel centrum onder de loep en kwamen deze week in een lijvig rapport met een harde conclusie: Londen is zijn positie als financieel centrum van Europa rap aan het verliezen.
Neem een traditoneel Londens bolwerk als de verzekeringswereld, aldus de McKinseyanen, daarin zijn het afgelopen decennium negen van de tien topspelers weggetrokken uit Londen.
Erger nog, van de 50 grote bedrijven die ooit vanuit Londen over de hele wereld hun polissen sleten, zaten er in juli 2010 nog maar negen in de City. Verlies aan belastinginkomsten: ruim een miljard pond per jaar.
Multinationals? Eenzelfde beeld. Shire, de derde farmaceut van Engeland, en WPP, een marketing- en reclamereus, namen beide de wijk naar Ierland. En dan is er nog Wolseley, wereldmarktleider in verwarmings- en loodgietersproducten, dat onlangs fiscaal naar Zwitserland verhuisde.
Bonussen
Maar verreweg de grootste leegloop vindt nog steeds plaats in de financiële industrie. Sinds de Britse regering begon te morrelen aan de bonussen en het belastingtarief voor inkomens boven de 150.000 pond, (die betalen nu 50 procent), pakten volgens schattingen zeker duizend Londense hedgefundmanagers hun biezen.
En dat kost de Britse schatkist een hoop geld. Alleen al het vertrek naar Zwitserland van Alan Howard, oprichter van Brevan Howard, Europa’s grootste hedge fund, en Mike Platt, oprichter van BlueCrest Capital, kost de Britse belastingdienst jaarlijks 200 miljoen pond. In hun slipstream verdwenen ook tientallen tophandelaren, jaarlijks goed voor tientallen miljoenen belastingponden. Als reden noemen ze bijna allemaal het teveel aan regels en het ongunstige Britse belastingklimaat.
En het blijft niet beperkt tot de wilde jongens van het grote geld. Ook een paar van de allergrootste Britse banken liet onlangs weten hun ‘domicilie-beleid’ nog eens goed te gaan bekijken. Ze sloten daarbij een verhuizing naar het buitenland niet uit. Onder hen de megabanken Standard Chartered en HSBC, waarvan topman Stuart Gulliver onlangs in een krant in Azië onthulde dat het al vijftien keer was gebeurd dat zijn bank geen topbankiers had kunnen huren in Hongkong, omdat hij volgens de Britse regels geen twee jaarbonussen mocht garanderen.
bron