Geld en financiën spelen voor ieder mens een grote rol. Je kunt creatief boekhouden, maar uiteindelijk spreken de cijfers toch altijd de waarheid. Inkomsten minus uitgaven moeten ‘zwarte cijfertjes’ opleveren, anders heb je een probleem. Als studenten weten we dit als geen ander. Natuurlijk is er het financiële vangnet dat rood staan of DUO heet, maar dit is slechts uitstel van betaling.
We maken onderscheid tussen uitgaven die ‘moeten’ en uitgaven die ‘mogen’. Of beter gezegd: uitgaven die noodzakelijk zijn om te kunnen leven en uitgaven die het leven aangenamer maken. In de eerste categorie kun je denken aan onderdak (de huur), eten en drinken, en de studie. Vakantie, uitgaan en de aanschaf van een playstation zijn voorbeelden van uitgaven uit de tweede categorie.
Bij het budgetteren breng je eerst de (maandelijkse) inkomsten in kaart. Denk aan studiefinanciering, ouders, zorgtoeslag, werk en dergelijke. Daar tegenover zet je de uitgaven die ‘moeten’. Heb je een overschot, oftewel zijn de inkomsten groter dan de uitgaven? Dan is er ruimte voor uitgaven die ‘mogen’. Heb je een tekort, oftewel zijn de uitgaven groter dan de inkomsten? Kijk dan of je misschien meer kunt werken of op een andere manier meer inkomsten kunt genereren om zo je begroting weer sluitend te maken. Hier is een eventuele lening bij de DUO niet erg, aangezien deze geldbron voor studenten in het leven is geroepen om uitgaven die ‘moeten’ te kunnen financieren.
Belangrijk is dat je door budgetteren inzicht krijgt in je eigen financiën en niet onnodig schulden hoeft te maken. Een schuld is immers een geldbedrag die je sowieso terug moet betalen, en nog wel met rente ook! Doodzonde dus en bovendien niet nodig als je die paar simpele bovenstaande regeltjes in ogenschouw neemt. Kleine moeite dus, maar het loont!
bron