Een eigen woning wordt uw eigen woning genoemd, mits u voldoet aan deze twee voorwaarden:
- Uw fiscale partner of u was officieel de eigenaar van de woning. Onder ‘eigendom’ wordt ook bedoeld:
- – Het recht van erfpacht op de grond of het recht van opstal;
- – Ingeschreven bij een coöperatieve flatvereniging;
- – Het recht van vruchtgebruik van de woning, welke bij erfrecht verkregen.
- De woning was uw hoofdverblijf. Het betreft dus niet een vakantiewoning of een pand dat verhuurd wordt. Het is voor u en uw eventuele fiscale partner mogelijk om enkel één woning als hoofdverblijf te bezitten.
Opmerking:
Onder ‘eigen woning’ wordt ook een woon- boot of wagen met een vaste plaats bedoeld.
Eigen woning die (tijdelijk) niet uw hoofdverblijf was
Het kan voorkomen dat de woning die, al dan niet tijdelijk, niet uw hoofdverblijf was, wel onder de eigenwoningregeling valt. Dit heeft ten gevolge dat u uw financieringskosten en (hypotheek)rente toch af mag trekken.
Het betreft de volgende situaties:
- u bent verhuisd terwijl uw oude woning al leeg stond en nog niet was verkocht;
- u bent verhuisd terwijl uw oude woning al leeg stond en nog niet was verkocht;
- u heeft een woning aangeschaft die dient als uw aanstaande hoofdverblijf, terwijl deze woning leeg stond of nog in aanbouw was;
- u bent reeds verhuisd en uw voormalig fiscale partner bleef gevestigd in de woning;
- u was, ter oorzake van medische kwesties of ouderdom, in een verzorgingshuis of verpleeghuis opgenomen, terwijl u uw eigen woning aanhield;
- u was voor tijdelijke duur uitgezonden of overgeplaatst, wat ten gevolge had dat uw woning leeg stond;
- u verpachte voor tijdelijke duur uw eigen woning, oftewel uw hoofdverblijf.
Wanneer krijgt u een eigen woning?
Niet alleen door de aanschaf krijgt u een eigen woning. Dit is in de volgende situaties eveneens het geval:
- u heeft de woning geërfd of verkregen;
- u gaat verblijven in een woning die u voorheen verhuurde of welke als tweede woning diende;
- u hevelt van het ondernemingsvermogen een woning over naar uw privévermogen.
Geen eigendom maar vruchtgebruik
Was de woning niet uw eigendom? Omdat u bijvoorbeeld enkel het vruchtgebruik van de woning had? U dient dan de waarde van het vruchtgebruik bij ‘Overige bezittingen’ in box 3 te vermelden. De woning is dan niet uw eigen woning.
Kreeg u als erfgenaam zijnde het vruchtgebruik van een woning?
Indien de erfenis binnen twee jaar nadat de (mede)eigenaar is overleden afgewikkeld is, dan heeft u de vrijheid om de eigenwoningregeling toe te passen. Is de erfenis niet binnen twee jaar verdeeld? Geef dan de waarde van de woning en de daarbij behorende schuld op in ‘Box 3: sparen en beleggen’.
Het is voor u en uw fiscale partner enkel mogelijk om één woning als hoofdverblijf te hebben
Had zowel u als uw fiscale partner een eigen woning en werd deze woning door beide als hoofdverblijf gebruikt? Dan dient u een keuze te maken tussen deze twee woningen. De gekozen woning valt dan onder de eigenwoningregeling. De waarde van de niet gekozen woning en de eventueel bijbehorende schuld moet aangegeven worden in ‘Box 3: sparen en beleggen’.
Uitzondering
Indien u en uw fiscale partner duurzaam gescheiden leefde is het wel mogelijk dat beide een eigen woning hebben.
Wanneer eindigt de eigenwoningregeling?
Bij de overdracht van de woning eindigt de eigenwoningregeling. In het algemeen is dat door verkoop, maar het kan ook door schenking. Op zo’n moment heeft u de woning ‘vervreemd’.