Deze week las ik in Vrij Nederland over de ma-di-do-vrouw. De vrouw die deeltijd werkt omdat ze tijd over wil houden voor huishouden, kinderen of zichzelf. De voorpagina kondigt het artikel aan met de kop ‘Waarom vrouwen niet willen werken’. Elma Drayer, schrijfster van het artikel en van een boek getiteld ‘Verwende prinsesjes. Portret van de Nederlandse vrouw’, is niet zo te spreken over die ma-di-do-vrouw.
De strekking van het artikel is, dat in Nederland emancipatie gelijk is gaan staan aan keuzevrijheid. Vrouwen mogen zelf weten of en hoeveel ze werken. Zeventig procent van de vrouwen werkt dan ook deeltijd. Volgens Drayer komt dit niet door dure kinderopvang of conservatieve mannen – in 2009 bleek uit onderzoek dat het overgrote deel van de vrouwen het ‘zo wel best’ vindt. Een uitkomst waar de schrijfster niet erg blij van wordt. Al die vrouwen zijn financieel niet onafhankelijk. Bovendien, waarom is het voor vrouwen wel en voor mannen niet geaccepteerd om te ‘kiezen’ voor een deeltijdbaan. Iedere volwassene (m/v) moet genoeg verdienen om zichzelf in leven te houden, zo schrijft Drayer. Dat hoort simpelweg bij het grotemensenbestaan.
Afgelopen zaterdag besteedde Volkskrant magazine ook aandacht aan de parttime werkende vrouw. Aan de hand van citaten van een aantal ma-di-do-vrouwen werd getoond dat zij er zelf inderdaad best gelukkig mee zijn. ‘Ik zou niet anders willen dan dat het zwaartepunt hier thuis ligt, bij de kinderen.’ ‘Ik zou niet méér willen werken.’ ‘Het liefst doe ik het zelf.’ Geen opmerkingen waar Elma Drayer zich in kan vinden. De boodschap van het Volkskrantartikel is echter een andere. In Nederland werken veel meer vrouwen dan bijvoorbeeld in Italië, al is dat dan deeltijd. Wat betreft arbeidsdeelname van vrouwen staat Nederland aan de top. Daarbij komt dat we in Nederland huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag, kinderbijslag en natuurlijk alimentatie hebben. De ‘financieel afhankelijke vrouw’ kan ook na een scheiding nog best overleven.
Na het lezen van beide artikelen vroeg ik me af waar nou echt het probleem zit. Als man leek het me goed eerst eens de rol van mijn eigen sekse te overwegen. Blijven vrouwen vaker thuis omdat ze dat zelf willen, of omdat hun man het niet wil? Ga ik straks fulltime werken omdat de maatschappij dat verwacht, of omdat het is wat ik het liefste doe? En ga ik in de toekomst écht evenveel in het huishouden doen als mijn eventuele vrouw? Zoals zo vaak zijn ook hier de zaken niet zo zwart-wit. Elma Drayer heeft vast gelijk dat er vrouwen zijn die uit gemakzucht weinig werken, terwijl hun man, die ook best een dagje minder zou willen, elke week braaf zijn 40 uur maakt. Aan de andere kant, die vrouwen werken wél. En het is maar de vraag hoeveel werk hun mannen thuis verzetten. De carrièrevrouw met een huisman is nog steeds een uitzondering – het lijkt me niet redelijk als Drayer verwacht dat de Nederlandse gewoonten en verwachtingen zo snel totaal omslaan. Wel kun je constateren dat échte keuzevrijheid er nog steeds niet is. Voor mannen noch voor vrouwen.
En wie is Simon?Ik ben Simon. Geboren in 1984, opgegroeid met lego en internet via de modem. Zes jaar woon ik nu in Amsterdam en dit jaar studeerde ik af in de psychologie. Terwijl ik een nieuwe levensfase begin, schrijf ik over de dingen die ik zie, denk en hoor. Met politieke interesse en schrijversambities, maar ook als voetbalfan en cafébezoeker. Het doel van een blog is gelezen worden. Dus lees me en roep vooral hoe je het vindt.
bron